Regionale en landelijke nieuwsbladen in Oisterwijk
Ad van den Oord
Zowel voor als na de boreling van het Kerkklokje was de Oisterwijkse bevolking voor het regionale, nationale en buitenlandse nieuws afhankelijk van de nieuws- en dagbladen. In de achttiende eeuw zullen enkele welgestelde plaatsgenoten de vanaf 2 juli 1771 verschenen De 's-Hertogenbossche Dinsdagse en Vrydagse Courant gelezen hebben, gelet op de daarin verschenen advertenties. Deze Bossche krant was een initiatief van de Duits-Lutherse immigrant Christiaan August Vieweg en de Utrechtse protestant Lambert Jan Bresser. Het was de oudste krant van Staats-Brabant, gemaakt naar het voorbeeld van de oude Hollandse stadscouranten.
Vele decennia later konden de katholieke Oisterwijkers beschikken over een 'eigen' katholieke krant, de vanaf april 1829 te Den Bosch verschijnende De Noord-Brabander. De krant was een uitgave van de gebroeders Langenhuijsen die daarvoor Le Sage ten Broeks Noord-Nederlandsche Courant in Den Haag hadden gepubliceerd. De uitgave kwam in 1837 in handen van Dirk de Rooij. Drie maal per week verscheen deze anti-gouvernementele en anti-protestantse krant en werd vooral gelezen op het platteland van de Meierij door minder draagkrachtige burgers. De krant werd door de RK geestelijkheid en onderwijzers 's zondags na de Hoogmis aan de ongeletterde bevolking voorgelezen in de cafés. De Noord-Brabander kostte fl. 12,- per jaar, een bedrag dat gewone boeren en werkmannen niet konden opbrengen.
Juist voor de afschaffing van het zegelrecht op kranten (1869) startte op initiatief van Henri Bogaerts De Katholieke Illustratie. Medewerkers waren o.a. J.A. Alberdingk Thijm en H. Schaepman. De oplage schommelde rond de 30.000 exemplaren, wat veel was voor een Nederlands tijdschrift. Onder de naam Het Dompertje van den ouden Valentijn werd een tijdschrift uitgegeven door de Katholieke Illustratie waarin veel, door H.A. Banning geschreven, volksromans waren opgenomen. Het blad muntte volgens de historicus L. Rogier uit in cultureel negativisme en het satirisch hinderlijk volgen van liberale experimenten. De Katholieke Illustratie werd door de geestelijkheid geaccepteerd als middel tot opvoeding van de minder vermogenden. Het blad was in menig Oisterwijks schoenmakersgezin de enigst aanwezige lectuur, zoals blijkt uit de processen-verbaal van de zaak 'dokter Bloemink'.
Als wekelijks bijblad aan De Katholieke Illustratie startte Het Huisgezin, een goedkope volkscourant voor de prijs van één gulden per jaar. Het Huisgezin werd wel de 'pastoors¬krant' genoemd. De krant bezat het monopolie op publikaties van kerkberichten in het bisdom Den Bosch en de pastoors drongen in circulaires bij hun parochianen aan tot abonnementen. Vooral ex-seminaristen en onderwijzers waren er als journalisten werkzaam. Een tegenhanger werd later De Provinciale Noord-Brabantsche en 's-Hertogenbossche Courant , eveneens katholiek maar deftiger; in Oisterwijk werd deze krant bijvoorbeeld gelezen door de schoenfabrikant Theo Roosen. Van de landelijke katholieke dagbladen was bij de clerus - naast De Tijd - vooral De Maasbode van de integralist J. Thompson populair. De Maasbode had in Noord-Brabant de meeste abonnees.
De dagbladen konden rond 1900 niet gemakkelijk aan abonnees komen. De Nieuwe Tilburgsche Courant van Antoine Arts bood de lezers allerlei voordelen aan zoals een leesmap met kranten. De Provinciale Noord-Brabantsche en 's-Hertogenbossche Courant adverteerde in 1916 met een gratis ongevallenverzekering bij een abonnement. De uitkering bij overlijden bedroeg fl. 500,-, bij verlies van een vinger fl. 15,-. De kranten ondervonden concurrentie van plaatselijke 'nieuwsblaadjes' die kerkberichten en officiële gemeentemededelingen doorgaven. Zo ontstonden er in de periode 1890-1930 in Den Bosch, Tilburg, Kaatsheuvel, Waalwijk en Oisterwijk bladen met de naam Kerkklokje. Behalve in Oisterwijk hielden deze blaadjes het niet lang vol.
Plaatselijk nieuws konden de Oisterwijkse arbeiders vanaf 1900 ook uit de katholieke en socialistische vakbondsbladen halen en uit anarchistische en sociaal-democratische periodieken zoals De Toekomst, De Fakkel en De Strijd. Voor lectuur en boeken zorgden de katholieke Kunstkring en het departement van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. Het 'Nut' ondervond hevige tegenwerking van de geestelijkheid. Maar ook de Oisterwijkse bevolking voldeed blijkbaar niet aan de burgerlijke normen van het 'Nut'. In 1919 hield het departement namelijk een voorstel om uit Amsterdam een rijdende bibliotheek naar Oisterwijk te laten komen af omdat "de Brabantsche bevolking niet van de zindelijkste is en de boeken van Uwe R.B. (rijdende bibliotheek) wel eens minder smakelijk zouden terugkomen, dan U en wij wenschten".
Ondertussen was het Kerkklokje geboren en het blad ging zich in de jaren twintig intensief bezig houden met de vraag welke dagbladen de Oisterwijkers zouden moeten lezen. Dat de SDAP'ers de in Arnhem gedrukte zuidelijke editie van Het Volk lazen (Het Volksblad) was de clerus weliswaar een gruwel maar hij had daar weinig greep op. Anders lag het bij de zogenaamde 'neutrale' kranten voor de 'gewone' man of vrouw zoals De Telegraaf en De Courant. Deze bladen sierden menige huistafel van katholieke Oisterwijkers. Een ijverige redacteur van het Kerkklokje telde in 1925 41 gezinnen waar De Telegraaf werd gelezen en 45 gezinnen waar De Courant in huis kwam. Deze kranten werden als een "langzaam maar zeker werkend vergif" beschouwd waardoor op den duur de lezer voor de katholieke kerk verloren ging. Een nader onderzoek van het Kerkklokje wees uit dat De Courant, na een intensieve propagandacampagne, in totaal maar liefst 90 abonnees in Oisterwijk had. Maar het Kerkklokje en de geestelijkheid lieten zich niet onbetuigd en binnen korte tijd hadden twaalf abonnees opgezegd. Het als "vies" omschreven Het Leven, een algemeen illustratieblad, werd door het Kerkklokje een gevaar geacht voor de kuisheid van jongeren, knechten en dienstboden. Opvallend was dat de kruistocht van de kapelaans Huijbers en Litjens tegen de liberale NRC in de jaren twintig praktisch verstomde. Blijkbaar gaf de geestelijkheid voorrang aan het bestrijden van kranten die in arbeidersgezinnen gelezen werden.
Het Kerkklokje propageerde De Maasbode en, voor wie die krant te duur was, de katholieke werknemerskrant De Volkskrant. De effecten van dergelijke campagnes laten zich moeilijk inschatten. Dat de vermaningen tegen lezers van 'neutrale' bladen bleven voortduren, lijkt er op te wijzen dat de invloed van het Kerkklokje op het leesgedrag van de Oisterwijkers niet overschat mag worden. Slechts uit het jaar 1925 zijn abonnee-aantallen bekend van bladen die de steun hadden van de geestelijkheid. Het meest gelezen in Oisterwijk werd Het Huisgezin waarvoor colporteur Frans Robben dagelijks 280 abonnees moest bezoeken. Ook colporteur G. Groenland van De Katholieke Illustratie had het met 228 abonnees druk. Het Nieuwsblad van het Zuiden (colporteur Piet Lavrijsen) bezat 150 abonnees, De Tilburgsche Courant (colporteur W. Dominicus) moest het met 40 abonnees doen. De abonnee-aantallen van De Nieuwe Tilburgsche Courant zijn niet bekend, de krant van Arts lag overhoop met de Rooms Katholieke Staatspartij en werd daarom niet gesteund door de geestelijkheid. Het op Breda georiënteerde Dagblad van Noord-Brabant (colporteur Willem de Bakker) had in Oisterwijk ook nog 73 abonnees. Daarentegen stak het aantal van 32 abonnees van de landelijke De Maasbode enigszins schril af. Ondanks de aanwezigheid van een agent (H. van Haaren) en een colporteur (Mart. Schilders) bleef dit blad beperkt tot de kringen van de Oisterwijkse katholieke middenklasse. Een speciale actie van het Kerkklokje in 1930 zou het aantal abonnees op De Maasbode evenwel verhogen tot 135.
Concluderend mag gesteld worden dat de abonnee-aantallen op dag- en nieuwsbladen in Oisterwijk rond 1925 niet laag waren. Het aantal abonnees op de katholieke kranten bedroeg 575, nog afgezien van het onbekend aantal abonnees op De Nieuwe Tilburgsche Courant, De Provinciale Noord-Brabantsche en 's-Hertogenbossche Courant en De Tijd. Tellen we daar bovenop de 'neutrale' en socialistische pers (De Telegraaf, De Courant, NRC, Het Volk) en de protestantse kranten (De Standaard) dan komen we op een geschat aantal van 800 abonnees op de diverse dagbladen. Als we dit afzetten tegen het vrijwel huis-aan-huis komende Kerkklokje, dat in die tijd 1100 abonnees bezat, dan moeten we concluderen dat de dagbladen in Oisterwijk reeds in 1925 veel gelezen werden. Het 'dekkingspercentage' (aantal abonnees op dagbladen in percentage van het aantal huishoudens) zou met ongeveer 73% even hoog zijn als het percentage dat anno 1992 voor Midden-Brabant geldt.