Valstar, Margaretha Elisabeth

Geboren op 18 maart 1867 te Nijmegen als dochter van Peter Nicolaas Valstar (Nijmegen 19 augustus 1842-20 oktober 1917), sigarenmaker en opzichter van een gasfabriek, en Johanna Hendrina Hermsen (Nijmegen 14 maart 1844-22 september 1922). Ze was de oudste uit een groot gezin van acht kinderen. Zij huwde op 17 november 1890 te Oisterwijk met de onderwijzer Johannes Servinus Maréchal (Huijbergen 25 mei 1864), zoon van een rijksambtenaar, met wie ze twee dochters en drie zonen kreeg, de dochters stierven reeds spoedig: slechts drie jaar respectievelijk acht dagen oud. In 1889 slaagde zij voor het landelijk examen van vroedvrouw. Ze was vroedvrouw te Mook, maar vanaf augustus 1890 te Oisterwijk, waar ze aan het Lindeind woonde. Haar man gaf in de zomer van 1900 vioolles en was secretaris van de Oisterwijkse Wielerclub. In 1903 werd Valstar benoemd tot gemeentelijke vroedvrouw, maar nog datzelfde jaar verhuisde ze naar Den Bosch, waar ze eveneens vroedvrouw werd. Ze overleed op 5 februari 1909 te Den Bosch.