Poirters, Cornelis

Geboren rond 1590 te Oisterwijk als zoon van Jan Adriaensz. Poirters (overleden 1645), schepen-kerkmeester, provisor armengasthuis, keurmeester van het gilde ‘het Wollen Ambacht’ en logementshouder, en Jenneke Hixpoors (overleden Oisterwijk 11 februari 1604). Hij studeerde in Leuven en kreeg in 1613 het beneficie in de Petruskerk te Vught. Nam in 1627 de plebanie van de St. Jan waar, op 4 april 1628 werd hij pastoor van het Groot-gasthuis in Den Bosch. In de periode 1629-1631 pastoor van Boxtel, waar hij in 1632 als scholasticus naar Oirschot vertrok waar hij waarschijnlijk in 1651 overleed. Hij was een halfbroer van Adriaen Poirters.