Opstal, Cornelis (Kees) van

Kees van Opstal geschetst door De Balbian Verster

Geboren te Oisterwijk op 1 januari 1825 als zoon van dagloner en later varkensslager Waltherus (Wouter) van Opstal (Oisterwijk 2 juni 1795-19 juli 1885) en Maria Vriens (Moergestel 13 november 1792-Oisterwijk 17 december 1857). Hij huwde op 5 augustus 1848 in Den Bosch met Jacoba Petronella van de Ven (Den Bosch 9 juni 1823-Oisterwijk 20 augustus 1910), met wie hij tenminste een zoon en een dochter kreeg. Kees van Opstal was eerst knecht bij haammaker Francis van Grinsven en vertrok in mei 1840 naar Eindhoven. Keerde terug, en vestigde zich als zadelmaker. Hij had er in 1854 al een herberg bij, die in november van dat jaar afbrandde. Rond die tijd werd Van Opstal ook eigenaar van het pand, dat eeuwen in gebruik was geweest als zegelhuis van het wolweversambacht aan de Dorpsstraat (nu pand De Drie Deuren). Vanaf tenminste april 1878 is de herberg ‘Hotel van Opstal’ gaan heten, vanaf tenminste mei 1895 doet de naam Stationskoffiehuis intrede. In de grote paardenstal achter het hotel was plaats voor paarden, rijtuigen en veel mest. In oktober 1879 brandde de stal af en werd opnieuw opgebouwd. Adrianus Dirkx was inwonend koetsier. Paardenmonteringen vonden herhaaldelijk in de stal plaats en de Maatschappij van Landbouw hield er voordrachten over paarden en rundvee. Naast toeristen en handelaren verbleven in het hotel ook logés en commensaals zoals de toenmalige burgemeester van Oisterwijk Van Rijckevorssel van Kessel en een zekere Angelo Mazzoli, die de dochter van de stationschef huwde. Ook de herensociëteit was in de jaren tachtig van de negentiende eeuw in het pand gevestigd. In 1888 vergaderde de VVV-Oisterwijk in hotel Van Opstal. Frits Holleman belegde in het hotel in juli 1896 een protestvergadering tegen de vervuiling door de gemeente Tilburg van de Voorste Stroom. Van Opstal bezat in 1884 ook het pand de Witte Heibloem op de hoek Kerkhovensestraat en Heusdensebaan. Kort voor het overlijden van Kees van Opstal werd zijn hotel-restaurant in februari 1898 verkocht. Ook de complete inboedel (antiquiteiten, kabinet, kasten, kisten, bureau, tafels, stoelen, schilderijen, bedden met toebehoren en een grote partij wijn) kwam onder de hamer van de notaris. De verkoop – gericht op opkopers van buiten Oisterwijk - vond plaats na 14.00 uur, in verband met de aankomsttijden van de treinen. De nieuwe eigenaar werd voor fl. 14.000 de weduwe Sanders-Roeloffzen (eigenaresse De Zwaan), die daardoor beide bekende hotels in het dorp in bezit kreeg. Haar 28-jarige zoon Mathijs werd uitbater van het Stationskoffiehuis. Toen deze eind 1900 overleed, nam vrouwke Sanders de exploitatie van het Stationskoffiehuis over. Kees van Opstal overleed te Oisterwijk op 11 december 1898. Zijn dochter huwde met de timmerman Hendrik Willems.