Oppenraaij, Wilhelmus Johannes Philibertus (Willem) van

Willem van Oppenraaij

Geboren te Bemmel op 21 januari 1847 als zoon van Wilhelmus Matheus van Oppenraaij (Bemmel 13 januari 1812-20 december 1864) en Wilhelmina van der Hagen (Sint-Oedenrode 26 juni 1814-Helmond 6 maart 1893). Zijn vader was bakker, dijkmeester van het polderdistrict Over-Betuwe, wethouder van de gemeente Bemmel en steenfabrikant. Willem huwde te Rotterdam op 22 februari 1906 met de 35 jaar jongere pianiste Henriette Johanna (Jetty) Maissan (Brussel 19 januari 1882-Breda 20 oktober 1962), dochter van een leraar middelbaar onderwijs. Zij was in 1896 verhuisd van Arnhem naar Oisterwijk. De schoonzus van Willem, Lous van Oppenraaij-Meijer, weduwe van George van Oppenraaij, één der eerste KNO-artsen in Nederland, woonde ook in Oisterwijk (Kerkstraat). Zij was secretaresse van de Elisaberhvereniging. Willem was voogd over hun drie kinderen. Willems jongste broer Rudolph werd een bekend jezuïet, die vaak in Oisterwijk op bezoek kwam. Willem van Oppenraaij was opgeleid voor de veterinaire dienst en werd aanvankelijk militair-paardenarts (1869-1876). Na een klap van een paard te hebben gehad besloot hij tot een andere opleiding: de Duitse taal. Nadat hij zijn middelbaar diploma Duits had behaald werd hij in oktober 1877 benoemd tot leraar aan de Rijks Hoogere Burgerschool te Den Bosch (tot 1887). In 1880 werd hij schoolopziener in het arrondissement Oss, vervolgens districtschoolopziener in het district Tilburg (1887-1921). Hij was vele jaren lid van examencommissies. In 1884 was hij lid van de Vughtse sociëteit Amicitia en in augustus 1893 was hij plaatsvervangend lid van de Raad van Beroep Vermogensbelasting te Den Bosch. In februari 1897 kandidaat voor de Kiezersvereeniging Noord-Brabant afdeling Tilburg bij de verkiezingen voor de Provinciale Staten. Initiatiefnemer van de Oisterwijkse VVV in 1908 en voorzitter daarvan. Met George Perk spande hij zich in om de Oisterwijkse bossen en vennen te redden door ze aan te laten kopen door de Vereniging Natuurmonumenten. Hij was in 1896 bestuurslid van de Oisterwijkse Maatschappij van Landbouw. Raadslid te Oisterwijk in de periode 1909-1919. In 1919 lid RK Kiesvereeniging te Oisterwijk en kandidaat-raadslid. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was hij lid van een regionale commissie voor ontwikkeling en ontspanning van de gemobiliseerde militairen. Hij liet in 1908 in villapark Hoog villa Heureka bouwen en een andere villa ernaast (aan Haarenseweg). Architect was Bernard Vriens. Alle bomen in de tuin plantte Van Oppenraaij zelf. Hij was officier in de orde van Oranje-Nassau. Hij overleed te Oisterwijk op 7 juli 1930, waar hij op 10 juli 1930 werd begraven op het Joannneskerkhof. Zijn weduwe liet in een kleine villa bouwen in de tuin van villa Heureka (Haarenseweg/Heusdensebaan). Heureka werd verkocht aan de weduwe Horbach en ging vervolgens over op haar zoon Max Horbach.