Lavrijsen, Engelbertus Antonius Jacobus (Albert)

Albert Lavrijsen

Geboren te Oisterwijk op 18 september 1925 als zoon van brievenbesteller Gerardus Leonardus Lavrijsen (Oisterwijk 13 april 1894) en Alberta van Hattum (Helvoirt 7 augustus 1891-Haaren 1 oktober 1977). Hij huwde op 30 september 1947 te Soerabaja met Margaretha Lebrine (Margriet) Pattinasarany (Malay 6 maart 1928-Oisterwijk? 12 juni 1975), met wie hij in datzelfde jaar te Soerabaya een dochter kreeg. Tijdens de Tweede Wereldoorlog woonde Albert met zijn ouders, zijn oudere zus en jongere broer in de Burg. van Beckhovenstraat 8. In de periode 1947-1950 verbleef Albert als oorlogsvrijwilliger in Nederlands-Indië. Zijn broer Koos overleed daar als dienstplichtig militair, na een verkeersongeluk op 10 november 1949. Na de onafhankelijkheid van Indonesië kwam Albert met zijn gezin naar Oisterwijk. Hij was werkzaam als elektromonteur bij de firma Van Boxtel in Tilburg, maar volgde in de avonduren de gewestelijke sociale school. Zo werd hij actief binnen de katholieke vakbeweging en de Katholieke Volkspartij (KVP). Hij zette zich in voor de Metaalbewerkersbond St. Eloy en voor de vakcentrales KAB en NKV. Van die laatste vakcentrale was hij zes jaar voorzitter van de plaatselijke afdeling, ook was hij voorzitter van de lokale Industriebond NKV. Lavrijsen werd door Jac. de Kort gestrikt voor de gemeentepolitiek en kwam zo terecht bij de fractie van Jan Groenland, een afsplitsing van de werknemerslijst van Willem van der Aa. Die afsplitsing was tot stand gekomen na onvrede over het gevoerde financiële beleid rondom de gemeentelijke camping De Reebok. In maart 1964 trad Lavrijsen toe tot de gemeenteraad. Bij de verkiezingen van 1966 voelde Albert Lavrijsen zich verplicht om de erfenis van de lijst Groenland op zich te nemen en deed mee onder de naam lijst Lavrijsen. Hij behaalde één zetel, maar wist die positie bij de volgende verkiezingen uit te bouwen tot twee (1970 met Gerard Koch) en drie (1974 met Ad Pijnenburg) zetels. In 1974 werd hij wethouder van openbare werken. In 1978 trad zijn lijst toe, samen met de lijst van Jan Wolfs, tot het ook in Oisterwijk gestarte CDA. Hij werd na de verkiezingen van 1978 wethouder van welzijn. Zijn baan als elektromonteur had hij na drie jaar wethouderschap (toen nog parttime) opgegeven. Vervolgens was hij vanaf 1982 tot maart 1994 wederom raadslid. Lavrijsen was vanaf 1964 secretaris en vanaf 1971 voorzitter van de Verenigde Oisterwijkse Spelers (bespelers van het Natuurtheater). Hij was tevens voorzitter van de stichting Sport en Recreatie en van de stichting Open Dag Oisterwijk. 28 Jaar lang was hij bestuurslid van het St. Nicolaascomité, waarvan acht jaar voorzitter. In 1988 werd hij voorzitter van de plaatselijke Katholieke Bond van Ouderen, daarin later opgevolgd door Jos Schoenmakers. In 1989 ontving hij de eremedaille in goud verbonden aan de Orde van Oranje-Nassau en in 1994 de zilveren erespeld van de gemeente. Hij woonde aan de Looierstraat 3 in de wijk Waterhoef, na het overlijden van zijn vrouw verhuisde hij naar de Langvennen-Zuid in de wijk Pannenschuur. Lavrijsen overleed na een hartstilstand op 26 mei 1997 te Oisterwijk en werd op 30 mei 1997 in Tilburg gecremeerd.

Literatuur: Kerkklokje, 23 en 30 maart 1994; Nieuwsklok, 4 juni 1997.