Kuik, Nicolaas Martinus (Nico)

Nico Kuik

Geboren op 3 februari 1901 te Utrecht als zoon van Martinus Kuik (Dokkum 14 september 1873), afkomstig uit een Fries geslacht van schrijnwerkers, en Aartje van der Lee (Bunnik 4 juli 1876). Nico Kuik was gehuwd en had meerdere kinderen. Zijn zoon William Dietrich (1929)., vanaf 1979 Dirkje Kuik, werd een bekend schrijfster en beeldend kunstenaar. Op zijn twaalde stond Nico reeds aan de werkbank, want zijn vader vond een vak leren belangrijker dan studeren. Hij werkte aanvankelijk in een meubelmakerij maar werd uiteindelijk (houten) beeldsnijder. Hij woonde en werkte in Utrecht (atelier aan Schalkwijkstraat en zaak in curiosa en rariteiten aan Herenstraat en later Oude Kamp). Een groot project van hem was de ombouw voor het historische orgel in de N.H. Nicolaikerk te Maasland, maar hij maakte voor tal van kerken houten versieringen. Verder maakte hij in 1958 in opdracht van de Utrechtse Jaarbeurs een houten orgeltje met muziekboeken voor de kinderen van de Engelse prins Philip (prins Charles en prinses Anne). Maar hij sneed ook raamplanken voor woonwagenbewoners, die vaste afnemers van hem waren. Ook had hij een atelier in Oisterwijk: 't Honk, de voormalige woning aan de Adervendreef van de familie Brugman. Een kennis van Kuik nodigde hem uit om gedurende de tijd dat de familie op reis was, 't Honk te bewonen. Oorspronkelijk verbleef hij alleen in augustus in Oisterwijk, later veelvuldiger. De natuurliefhebber Kuik werd met zijn magere gestalte, zwarte hoed en staf in de hand een bekende verschijning in het dorp. Veel van zijn werk kwam in villatuinen te staan, op de midgetgolfbaan en een vijftigtal beelden op landgoed De Rozep. Hij maakte in 1962 in opdracht van de Oisterwijkse VVV een kerststal voor het dorp. In vijf maanden sneed hij de figuren uit de stam van een grove den. Arnold Meijer (De Rozep en VVV) vroeg hem in een herder zijn eigen beeltenis vast te leggen. Kuik verbeeldde zichzelf echter als Sint Jozef de timmerman, met aan zijn voet een vosje dat vastzit in een klem (een verwijzing naar het feit dat Kuik aan kanker leed). De kerstgroep was aanvankelijk tot behoud enkel bestreken met blanke lak. In de tachtiger jaren bleek dat restauratie noodzakelijk was. Toon Scheepens en Patrick van den Nieuwenhuizen hebben toen die restauratie met veel toewijding en vakmanschap uitgevoerd. De houten beelden zijn in 2010 naar het Dirkje Kuik museum in Utrecht gegaan, de bedoeling is dat ze vervolgens in het Utrechts Archief of stadhuis geplaatst worden. Met kerst komen ze echter in bruikleen van de gemeente Oisterwijk. Nico Kuik overleed te Utrecht op 27 februari 1964. Op 2 maart 1964 werd hij begraven.

Literatuur: A.J. Meijer, 'De houtsnijder N.M. van Kuik en Oisterwijk', in B. Aafjes e.a., Hier is Oisterwijk (Utrecht z.j.) 89-94; Hein Eikenaar, 'Maria vertrekt voorgoed naar Utrecht', Brabants Dagblad, 18 februari 2010.