Everts, Alexander Gustave

AG Everts

Geboren op 10 oktober 1884 te Zaltbommel als zoon van wijnhandelaar Johan Henri Everts (Zaltbommel 10 oktober 1847-Oisterwijk 12 oktober 1913) en Anna Catharina Gerandina van Elsbroek (Nijmegen 1 maart 1854) Hij huwde op 10 mei 1921 te Arnhem met Bertha Jeanne Frowein (Arnhem 5 januari 1892-Hilversum 18 januari 1966), met wie hij tenminste een zoon en een dochter kreeg. Rond de eeuwwisseling verbleef Alexander met zijn vader en zus in een pension in Ginneken, bij Breda. Hij studeerde vanaf 1902 aan de KMA in Breda als cadet. In 1907 zwaaide hij af als tweede luitenant voor de infanterie. Hij was er ook fervent voetballer geworden. In 1904-1905 maakte hij samen met Pius Arts deel uit van het eerste elftal van de Tilburgse voetbalclub Willem II. Zijn vader was sinds september 1904 in pension in Oisterwijk (eerst bij timmerman Adriaan Willems, later bij de evenals de Evertsen protestantse weduwe H.D. Barrau). In mei 1907 werd Alexander Everts, wonende in Oisterwijk, gekozen in het bestuur van de Brabantse voetbalbond (BVB). Hij bleek een ijverig secretaris, zijn teamgenoot bij Willem II Pius Arts was er voorzitter. Everts werd al snel de drijvende kracht binnen de BVB en betekende veel voor de propaganda van het voetbal in Noord-Brabant. In 1909 trad hij veelvuldig op als scheidsrechter op het hoogste niveau, hij floot diverse wedstrijden van Willem II. In 1908 zat hij met Nico Broekhuysen, die eveneens in Oisterwijk had gewoond, in een landelijk comité dat het wedden op voetbalwedstrijden wilde tegengaan. In 1909 moest hij vanwege overspannenheid de meeste functies binnen de voetbalbond neerleggen. Hij was in dat jaar als militair overgeplaatst naar Nijmegen en samen met zijn vader vertrok hij uit Oisterwijk. Oisterwijk was voor de familie geen onbekend terrein, de oom van Alexander huwde er met een dochter van De Balbian Verster. Alexanders vader keerde op 26 maart 1912 weer terug van Nijmegen naar Oisterwijk, waar hij bij vrouwke Sanders van hotel De Zwaan in pension ging. In Nijmegen bewerkte Alexander een boekje over de hockeysport. Hij was al enige tijd niet meer actief als militair toen hij in 1923 eervol ontslag kreeg. Daarna ging hij met zijn gezin wonen in Hilversum, waar hij initiator werd van de Montessorischool en penningmeester van de afdeling van de Liberale Staatspartij. Hij overleed te Hilversum op 20 maart 1939.