Biggelaar, Henricus Marinus (Harrie) van den

Harry van den Biggelaar

Geboren te Oss op 2 februari 1880 als zoon van herbergier Marinus van den Biggelaar (Sint-Michielsgestel 9 april 1849-Oss 3 februari 1893) en Anna Maria de Reuver (Oss 25 april 1849-1 mei 1919). Moeder was in 1905 koffiehuishoudster in Oss. Hij huwde op 18 mei 1905 te Den Bosch met Anna Augusta Josephina de Rooij (Den Bosch 4 oktober 1876-Oisterwijk 6 april 1954), dochter van een Bossche koffiehuishouder, met wie hij vier zonen en een dochter kreeg. Volgens de familie is er ook nog een (dood?)geboren tweeling geweest. Bij zijn huwelijk was hij bouwkundig opzichter. Harrie (in schrftelijke stukken staat vaak: Henri) kwam op 29 april 1905 vanuit Amsterdam (opleiding?) in Mierlo wonen. Op 12 december 1905 verhuisde hij naar Helmond en op 25 mei 1907 naar Oisterwijk, waar hij tot 17 oktober 1916 zou wonen. De rest van zijn leven bracht hij door net op het grondgebied van de gemeente Berkel-Enschot (Moergestelscheweg C32a/C37). Begin 1916 ontwierp hij een herenhuis voor de Oisterwijkse lederfabrikant Stan Kuijpers. In december 1916 tekende hij de eerste lederfabriek van Christiaan van der Aa aan de Schijf. Het pand met sheddaken verloor in de jaren twintig zijn voorgevel en is toen geïncorpereerd in de ververij. In 1918 bouwde hij pal ten westen van de Lederfabriek een magazijn en kantoorgebouw, thans rijksmonument. Een jaar later was hij de bouwmeester van hotel Bosch en Ven aan het Klompven. rond 1918-1919 hield hij kantoor in Tilburg (Kloosterstraat 11). In het begin van de jaren twintig was hij architect van het St. Gerardusgesticht te Berkel-Enschot van de zusters Vincentianessen en van een uitbreiding van het kloostercomplex van de Zusters van Liefde aan de Oude Dijk te Tilburg. Vanaf 1922-1923 was Van den Biggelaar belast met het bouwtoezicht in de gemeente Berkel-Enschot, in het kader van de Woningwet. In de jaren dertig liet hij arbeidershuurhuizen bouwen aan de Moergestelseweg in Oisterwijk, in 1935 verkocht hij 21 huizen ervan. Hij overleed te Berkel-Enschot op 25 april 1941 als inspecteur assurantie. Hij is op 26 april 1941 begraven. De inboedel van zijn huis werd door Paul Buddemeijer verkocht. Zijn zoon Marinus Renier Maria (Ries) van den Biggelaar (Helmond 2 augustus 1906-?1975) werd eveneens architect, evenals twee van zijn zonen.